Geschiedenis van het Canal du Midi & wat info voor onderweg

Het Koninklijke Kanaal
Het Canal du Midi wordt door de UNESCO omschreven als één van de meest bijzondere bouwkundige realisaties van het moderne tijdperk, en is in 1996 toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst. Het is het oudste kanaal van Europa en vormt met het Canal de Garonne een directe verbinding over water tussen de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan. Het idee voor zo’n rechtstreekse waterverbinding is al oeroud. Door zo’n kanaal kon de gevaarlijke omweg om Spanje door de Straat van Gibraltar, die ongeveer een maand duurde, ingekort worden. Het grootste probleem was de watervoorziening. De oplossing hiervoor is bedacht door een 'selfmade ingenieur' uit Béziers, Pierre-Paul Riquet. In 1666 werd na een koninklijk besluit van Lodewijk XIV een begin gemaakt met de aanleg van dit Koninklijke Kanaal.
   
Er is veertien jaar gewerkt aan het kanaal. Niet alleen is het handmatig gegraven, er moesten ook tal van bruggen, aquaducten en sluizen worden aangelegd. Er werden zo’n 12.000 arbeiders te werk gesteld, onder wie zelfs vrouwen. Er zijn 65 sluizen en sluiscomplexen. Een aantal ervan bestaat uit drie, vier, en eenmaal zelfs uit negen sluizen achter elkaar. Langs het hele kanaal werden maar liefst 45.000 bomen geplant: als versteviging van de oevers, als houtvoorraad voor het onderhoud van de kades, om de verdamping van het water uit het kanaal te verminderen en om de passagiers en de vrachtgoederen tegen de zon te beschermen. In mei 1681 werd het kanaal officieel geopend. Helaas heeft de bedenker het niet meer meegemaakt; Pierre-Paul Riquet overleed in 1680 in Toulouse.

Het Canal du Midi
Tijdens de Franse Revolutie aan het einde van de achttiende eeuw kreeg het kanaal zijn huidige naam. De handel over het Canal du Midi bereikte in 1856 z’n hoogtepunt: toen werden 110 miljoen ton goederen en bijna 100.000 passagiers vervoerd. Hierna was de concurrentie van de spoorwegen en later van het wegennet er de oorzaak van dat het gebruik van het kanaal langzaam maar zeker afnam. In de jaren '70 van de vorige eeuw verdween de commerciële binnenvaart helemaal. Momenteel wordt het kanaal alleen nog voor de pleziervaart gebruikt.


Onderweg
Behalve het kanaal en de diverse waterkunstwerken als sluizen, aquaducten en een tunnel, valt er nog veel meer te zien onderweg. Een kleine opsomming:
 
♦ Béziers, gebouwd op een rots boven de rivier de Orb, heeft een 6500 jaar oude geschiedenis. Er zijn prachtige monumenten, waaronder de Basilique St-Nazaire. Verder is er te genieten van een rijke gastronomie met streekproducten. Het Canal du Midi stroomt dwars door de stad. Ten westen van Beziers liggen de Écluses de Fonseranes, een complex van negen sluizen die een hoogte van 22 meter overbruggen.
 
Narbonne staat in directe verbinding met de Middellandse Zee via het Canal de la Robine, een zijtak van het Canal du Midi. Het Place de l’Hotel de Ville is het centrum van de stad. Aan dit plein bevinden zich het stadhuis (19e eeuw) en het vroegere aartsbisschoppelijk paleis (12e-14e eeuw), waarin nu een aantal musea is gehuisvest. Vlak achter dit plein verheft zich de Cathedrale Saint Just et Saint Pasteur. Deze fraaie kathedraal, waaraan gebouwd werd in de 13e en 14e eeuw, is nooit voltooid. Narbonne heeft een rijke Romeinse geschiedenis. De Via Domitia, een oude Romeinse handelsweg, liep dwars door de stad. Voor het stadhuis is een klein stukje van deze oude weg, die twee meter onder het huidige grondniveau ligt, blootgelegd. De Pont des Marchands is het restant van een oude Romeinse brug.

♦  Carcassonne, een van de beste bewaarde middeleeuwse steden van Europa, staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. De stad wordt doorsneden door de rivier de Aude en het Canal du Midi. Carcassonne is verdeeld in de benedenstad Ville Basse en de Cité. De benedenstad heeft een grote dubbele ommuring met stadspoorten, ophaalbruggen, kastelen, torens, huisjes en leuke middeleeuwse straatjes. De ommuring heeft 52 torens en is alles bij elkaar 2.5 kilometer. Dé bezienswaardigheid van Carcassonne is de Cité op de rechteroever van de Aude. Het is de grootste vesting van Europa. In de Cité bevinden zich veel historische gebouwen, waaronder het Château Comtal. Ook rond de Cité is een dubbele muur gebouwd. De buitenmuur heeft zestien torens, de binnenmuur vierentwintig. De enige kerk in de Cité is de Basilique Saint Nazaire, die in 1096 is gebouwd. De kerk is vooral bekend om de glas-in-loodramen, die tot de mooiste en oudste van Frankrijk gerekend worden.
 
Toulouse is gelegen op de oevers van de rivier de Garonne en het Canal du Midi. Al in de middeleeuwen was Toulouse een belangrijk centrum voor cultuur en onderwijs en was toen de hoofdstad van de provincie Languedoc. Toulouse dankt zijn bijnaam ville rose (roze stad) aan de vele oude panden die gebouwd zijn met oranje-rode baksteen en gedekt met lichtrode dakpannen, waardoor de stad bij ondergaande zon in een roze gloed wordt gezet. De belangrijkste kerk is de Eglise de Jacobines. Onder het altaar bevindt zich een gouden kistje met daarin de as van de filosoof, theoloog en bekendste dominicaan Thomas van Aquino. De basiliek Saint-Sernin, die gebouwd werd tussen 1080 en 1350, is een van de grootste romaanse kerken in  Frankrijk. Het was een belangrijke pleisterplaats voor pelgrims op weg naar Santiago de  Compostela. Het schip van de kerk is 115 meter hoog.  De buitenkant wordt beheerst door een vijf verdiepingen tellende, achthoekige toren, waarvan de eerste drie verdiepingen romaans zijn en de twee bovenste gotisch. Toulouse beschikt over meer dan veertig mooie, oude pleinen.


♦  Bordeaux is een sfeervolle provinciestad aan de rivier de Garonne, die 100 kilometer verderop in de Atlantische Oceaan uitmondt. Toch is Bordeaux een zeehavenstad. Ter hoogte van het centrum ligt de mooie Pont de Pierre, tot waar zeescheepvaart mogelijk is. Belangrijke bezienswaardigheden zijn de Cathedrale Saint André, het Palais Rohan (waarin tegenwoordig het stadhuis gevestigd is) en de middeleeuwse wijk Saint-Pierre. Het centrum van Bordeaux wordt begrensd door twee pleinen, het Place de la Victoire en het Place de la Comédie. De binnenstad heeft aan de kades van de Garonne over een lengte van drie kilometer fraaie, classicistische gevels, onderbroken door de monumentale Porte de Bourgogne, Porte Cailhau en de Porte Dijeaux. Aan het hoefijzervormige Place de la Bourse aan de noordkant van de kades bevindt zich het imposante Palais de la Bourse, dat halverwege de 18e eeuw is gebouwd. De kades zelf zijn de laatste jaren in het kader van een groots stadsvernieuwingsproject op de schop gegaan; waar eens een brede stinkende snelweg lag, is nu een fraaie boulevard met een park, trambaan en een fietspad. De binnenstad van Bordeaux staat sinds 2007 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.


Voie Verte Roger Lapébie
De laatste (of de eerste) 54 km, tussen Sauveterre-de-Guyenne en Bordeaux, gaan over de Voie Verte Roger Lapébie, een voormalige spoorlijn die in z'n geheel geasfalteerd is, zie hieronder. Het fietspad is vernoemd naar Roger Lapébie, een Franse wielrenner die o.a. de Tour de France van 1937 won.