De Hanzefietsroute
Artikel uit Fietsplan van de Fietskaart Informatie Stichting (nu de Europafietsers) van januari 2000
Vrouwtje (zo heet mijn vrouw) en ik, Klaas (68) fietsten van 2 mei tot 2 juni 1998 met onze kampeeruitrusting op onze geliefde 10 jaar oude Koga's van Stavoren naar Angermünde.
Zo trouw mogelijk volgden we de route zoals in het handige boekje staat aangegeven.
Nou mensen, we lopen en fietsen al heel wat jaren, en hoewel deze grandioze tocht niet onze langste afstand besloeg, werden de 1500 kilometers de meest avontuurlijke ooit. Dat komt omdat de samenstellers van de route (Wat een karwei overigens, hulde!) duidelijk de bedoeling hadden zo veel en ver mogelijk van met auto's bereden wegen te blijven. Dat vinden wij best een goed idee, dus alleen daardoor werd het al een zeer boeiende tocht met veel natuur (131 soorten vogels). Maar dankzij de passage door de mooie Hanzesteden in Duitsland, werd het ook nog eens een tocht vol cultuur.
Daarnaast hadden wij door onze leeftijd ook soms ontroerende ontmoetingen met Duitsers, oude mensen met wie wij open en vrijmoedig onze jeugdherinneringen konden uitwisselen. "Ich war nur fünfzehn als der Krieg endete .... sah Deutschen Soldaten zurück kommen, sie schrieen: Wir kommen aus Holland". "Stimmt", zei ik, "Ik zag ze vertrekken, sie schlurften (sloften)". Had je z'n kop moeten zien toen hij zich realiseerde dat we even oud waren. Zo ontstonden vaak diepgaande gesprekken en stootten wij op een diep schuldgevoelen dat werd verzacht met: "Ik was toen nog maar een kind". Ontmoetingen met mensen, één van de gave ervaringen van het zwerven per fiets (of lopend). We zagen de flitssnelle magneettrein, vlak over de Duitse grens, voorbij Boertange, en we hoorden veel Geelbuikpadjes kroelen in de moerassen ten westen van de Poolse grens.
De route voerde ons door vroegere moerassen, waar de turf is afgegraven en we vonden het Willahermoor het mooist, broedende ooievaars zagen we daar op de boerderijdaken.
We verbaasden ons weer over de enorme uitgestrektheid van die vroegere moerassen, van Drenthe en Groningen, heel ver Oost en Noordwaarts strekten die natte gebieden zich vroeger uit, in Duitsland. Wat moet dat mooi, verlaten en onherbergzaam zijn geweest. Zo veel mogelijk over landwegen, wegen, weggetjes en paden, over zand, gras en grint ging het. En na de venen, volgden we rivierdijken, meeroevers, oude handelswegen ... het was geweldig. Maar niet makkelijk soms, ook wel zwaar. Soms waren er onbefietsbare stukken zandpad, en wat onvermijdelijk bleek: we raakten soms de route kwijt.
En als je de route kwijtraakt, zoals die aangegeven staat in dat (overigens uitstekende) Hanzefietsroutegidsje, klopt de fietscomputerstand niet meer met de stand in het boekje, en dat is lastig. Dat kon je pas weer rechtbreien bij de start van het volgende traject, wanneer je weer op NUL begint. Gelukkig hadden we de ADFC-Radtourenkarten mee. Na enige tijd kwamen we dan ook altijd weer op de route terug. Met kaarthulp, logica en toch ook wel enige intelligentie kom je een heel eind. Hoe komt het dat we de route kwijt raakten? Nu ja, zeker door onze eigen onoplettendheid, zit je te genieten van het landschap of van een rode wouw of begrijp je de aanduiding in het boekje verkeerd. Maar in de gids staan ook nog wel enige fouten, soms ook omdat er onderweg iets is veranderd na het samenstellen van de routebeschrijving. Dat is onvermijdelijk, maar duidelijke fouten vonden we ook ( ja, ik heb ze doorgegeven). Het maakte de tocht zeer spannend. 'Zullen we hier nu ellendig omkomen? Of vinden we de aansluiting weer?" We vonden het natuurlijk altijd weer, maar het veroorzaakte nogal wat zwerven langs ongelooflijk smalle weggetjes door bossen, waar soms boomstammen dwars over het paadje waren neergestort in het verleden. Ha, dat was feest en lachen: de fietsen bepakt en al over die boomstammen tillen, ja hoor, het kan. We zijn lichtgewicht kampeerders. Of langs een akkerrand, een zeer smal pad met 25 centimeter hoge randen aan beide zijden, de trappers pasten er net tussendoor, maar het lukte. Over het strand, zeer mul, sleurden we enige malen.... maar weet je, als we dan een paar kraanvogels zagen en hoorden, of een krekelzanger, ha, dat maakt alles goed.
De Hanzesteden
Bremen, Stade, Buxtehude, Lüneburg, Lübeck etc. als juwelen in het snoer van de route.
Het was zondagmorgen vroeg dat we door Lübeck fietsten: die hele na de oorlog verrezen stad zong, zong, zong met al zijn kerkklokken, indrukwekkend. Daarna via Travemünde, fietsten we de vroegere D.D.R. in. Daar zie je nog dat de Hanzesteden zwaar geleden hebben in de oorlog, en de herbouw daarna liet niet zoveel over van de oude cultuur. Daarentegen, Wismar ontroerde ons. Deze mooie stad zie je opklauteren naar zijn oorspronkelijke gaaf herstelde schoonheid.
Het tevreden marktplein is zo goed als klaar, prachtig en sfeervol. Een 150 jaar oude groenwitte Jugendstilgevel stal ons hart. Maar het was de Nicolaikirche die ons tot tranen toe ontroerde. Buiten rond de kerk toont zich nog de grauwheid van de vroegere (jonge) tijd, vervallen en verwaarloosde gebouwen vertellen van onverschilligheid voor cultuur en schoonheid.
De kerkdeur is verveloos. Maar binnen ... daar wordt iets groots verricht. De verwaarloosde,
bijna verloren gegane houten beelden (16e eeuws) worden weer gewetensvol stukje bij stukje hersteld. Het bronzen '4e eeuwse doopvont is onvergetelijk schoon en het orgel werd bespeeld toen we daar stilletjes liepen: Bach, mijn favoriet.
Het was vooral de tweede helft van de Hanzeroute dat we qua natuur en avontuur het geweldigst vonden. Het begint al met dat patrouillepad langs de oostzeekust. 'In 1983 had ik daar grauwe wachtposten en oorlogsboten gezien, en nu fietsten we er! Roodmussen zingen er uitbundig, en in een oude barak met vervallen wachttoren jubelen nu honderden zwaluwen het lied van het Vrije Vliegen. En wij zingen het lied van het vrije fietsen. Later klimmen we wat bij de Steilküsten. En er is ook een onverwachte beek, dwars en diep door het pad: daar sleuren we onze fietsen met een omweg over het mulle strand, en door het water ... niet zeuren hoor, dat is nou avontuur.
Warnemünde
Het is Hemelvaartsdag, Männertag. Gruwelijk dronkemansgebral, gore smederijmuzak (haus ... ) en een bespottelijk pontje waarvan niemand weet hoe je de overtocht moet betalen. Maar we rijden de rotzooi spoedig los en fietsen blijmoedig door de bossen.
's-Nachts ratelen de luidruchtige boomkikkers. Hier en daar kwikken kwartels in het veld. Eekhoorns spelen in het jonge loof .. de Oostduitse natuur is op veel plaatsen nog prachtig. Over grasdijken gaan we. Veel betonplaatpaden en heel soms een stukje nieuw asfalt. De betonplaten zijn een gruwel. Urenlang laveren we tussen gaten en beugels, bij elke plaatovergang een stoot: kaboem, kaboem, kaboem. Nooit eerder kregen onze groene Koga-tjes zó op hun donder.
De dorpjes zijn nog als in de jaren vijftig. Ontroerend. Niet echt mooi en toch weer wel. je rijdt er kaboem kaboem over de betonplaten in. Een hond in het eerste huis begint te blaffen.
Het volgende huis neemt het over. Het hele dorpje door begeleiden ons de honden blaffend in de huizen. Wij fietsen het dorp uit, dan valt de stilte weer.
We zien de armoede , de leegstaande collectieve boerderijen, onnutte fabrieken. Maar we zien ook het trage proces van vernieuwing en herstel. Voor ons is dit alles zeer boeiend.
Het doet ons terugdenken aan onze jonge jaren, de jaren vlak na de oorlog. Wij hadden toen niet eens keienstraten. Eigenlijk hopen we ... oh schande? ... dat die betonwegen, rulle zand-, keien en gruiswegen, hoe rottig soms ook, het leger van naamloos blik, vol vermaak zoekende toeristen, nog lang zullen weghouden. En vermaak is er ook niet. De schoonheid is meer dan voldoende. Wie natuur en stilte zoekt kan het hier nog vinden.
In vergelijking met veel andere tochten in andere landen was het een absolute toptocht.
Een aanrader voor goede fietsers en natuurliefhebbers die ook van cultuur en mensen houden.
Klaas en Vrouwtje Zwart